Rode Duivels zoeken hun weg naar het WK 2026

De glans van de gouden generatie is aan het vervagen. Acht jaar na het bronzen WK-podium in Rusland en een decennium nadat België nummer één op de FIFA-ranglijst was, is de nationale ploeg in 2025 opnieuw op zoek naar zichzelf. De Rode Duivels beschikken nog altijd over een selectie vol namen die klinken als een klok, maar de magie van weleer is niet vanzelfsprekend meer.

Waar België ooit vanzelfsprekend tot de outsiders voor de wereldtitel behoorde, wordt nu vooral gesproken over heropbouw en geduld. De missie: een plaats veroveren op het WK 2026 in de Verenigde Staten, Mexico en Canada, en tegelijk een nieuwe generatie klaarstomen voor de toekomst. En misschien dat Mika Godts van Ajax Amsterdam daarin een sleutelrol speelt.


Een wissel van de wacht

De voorbije maanden stonden in het teken van verandering. Nadat de resultaten tegenvielen en de sfeer in de kleedkamer scheurde, nam de Belgische voetbalbond afscheid van bondscoach Domenico Tedesco. In zijn plaats kwam Rudi Garcia, een coach met een reputatie van pragmatisme en discipline.

Garcia kreeg een duidelijke opdracht: rust brengen, verjongen waar nodig, en België zonder kleerscheuren naar het WK leiden. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Want de ploeg bevindt zich in een tussenfase. De oude garde — Kevin De Bruyne, Romelu Lukaku, Jan Vertonghen — is er nog, maar kampt vaker met blessures of vermoeidheid. De opvolgers staan klaar, maar missen ervaring.

De Bruyne, nog altijd de dirigent van het Belgische spel, verwoordde het onlangs treffend: ‘We moeten stoppen met praten over wat we waren, en beginnen bouwen aan wat we nog kunnen worden.’


De kwalificatie: een gunstige uitgangspositie

Wat de Belgische fans geruststelt, is dat het kwalificatiepad richting het WK 2026 gunstig oogt. In de Europese groep J treft België tegenstanders als Wales, Noord-Macedonië, Kazachstan en Liechtenstein — landen die, op papier althans, niet tot de grootmachten behoren.

Met zestien Europese plaatsen op het eindtoernooi (drie meer dan in 2022) is de marge groter dan voorheen. De kans dat België de kwalificatie misloopt, lijkt klein. Toch leert de geschiedenis dat gemakzucht dodelijk kan zijn.

Zo had België het in juni 2025 onverwacht lastig tegen Wales (4-3 winst, maar na een onrustige slotfase), en volgde in september een overtuigende 6-0-zege tegen Liechtenstein — een broodnodige opsteker. De cijfers zeggen niet alles, maar tonen dat het elftal nog zoekende is naar ritme en zekerheid.


Een ploeg in transitie

De kern van het probleem is generatiewissel. De ploeg die onder Marc Wilmots en later Roberto Martínez Europa verbaasde, is langzaam aan het verdwijnen. Eden Hazard is gestopt, Dries Mertens lijkt op zijn laatste benen te lopen, en achterin zijn de jaren beginnen tellen voor Vertonghen en Alderweireld.

Aan de andere kant staan beloftes te trappelen. Spelers als Arthur Vermeeren (Atlético Madrid), Zeno Debast (Sporting Lissabon) en Charles De Ketelaere (Atalanta) gelden als symbolen van de nieuwe lichting. Ze brengen dynamiek, maar missen nog de automatismen die de gouden generatie kenmerkten.

België staat dus op de wip: te veel ervaring om alles om te gooien, te veel vernieuwing om vast te houden aan het oude systeem.


Courtois en de kwestie van leiderschap

Een ander hoofdpijndossier: de terugkeer van Thibaut Courtois. De doelman van Real Madrid, ooit symbool van betrouwbaarheid, veroorzaakte in 2024 een breuk met Tedesco na een conflict over de aanvoerdersband. Zijn terugkeer bij de nationale ploeg in maart 2025 ging gepaard met gemor en kritiek.

Toch is Courtois sportief gezien onmisbaar. Zijn aanwezigheid biedt stabiliteit, maar het incident legt bloot dat de Rode Duivels niet langer de vanzelfsprekende harmonie van weleer kennen. Onder Garcia moet de hiërarchie opnieuw worden gedefinieerd: wie leidt, wie volgt, en wie accepteert een bijrol?


De veranderde voetbalwereld

Waar België tussen 2015 en 2020 als klein land de grote naties verbaasde, is de concurrentie sindsdien alleen maar gegroeid. Kroatië en Marokko bewezen op het WK 2022 dat tactische organisatie het verschil kan maken, terwijl landen als Portugal en Engeland een nieuw elan hebben gevonden met jonge, aanvallende ploegen.

Bovendien is de mythe van de “kleine voetbalnatie” verdwenen: tegenstanders als Zwitserland, Oostenrijk en Servië beschikken over spelers uit topcompetities en maken het zelfs grootmachten lastig. België kan zich geen halve inzet veroorloven.


De sterktes

Toch zijn de troeven van België niet verdwenen. Kevin De Bruyne blijft een van de meest invloedrijke middenvelders ter wereld. Romelu Lukaku scoort nog altijd met regelmaat, en in Youri Tielemans en Leandro Trossard beschikt het elftal over spelers met creativiteit en internationale ervaring.

De grootste winst ligt misschien wel in het collectief. Waar Martínez’ ploeg soms te afhankelijk was van individuele genialiteit, lijkt Garcia te mikken op eenvoud en balans: compact verdedigen, snel omschakelen, en voorin rekenen op de efficiëntie van Lukaku of Doku.

De 6-0 tegen Liechtenstein was in dat opzicht illustratief: de ploeg speelde bevrijd, met tempo, en zonder de ballast van het verleden.


De zwaktes

Maar de zorgen blijven. Verdedigend mist België de souplesse van vroeger. De snelheid van Alderweireld en Vertonghen is afgenomen, en hun opvolgers moeten nog leren omgaan met de druk van het internationale toneel.

Ook mentaal is er werk aan de winkel. De Rode Duivels kampen geregeld met een gebrek aan concentratie — denk aan late tegendoelpunten of onnodige fouten in eenvoudige duels. Het zelfvertrouwen dat de ploeg ooit kenmerkte, is niet vanzelfsprekend meer.

Bovendien is de selectie smal. Waar landen als Frankrijk of Engeland op elke positie dubbele bezetting hebben, is België afhankelijk van een handvol sleutelspelers. Een blessure van De Bruyne of Courtois kan het kaartenhuis aan het wankelen brengen.


Een nieuwe identiteit

De vraag die boven alles hangt: wie zijn de Rode Duivels anno 2025? Zijn ze nog steeds de ploeg die de wereld verbaasde met frivool, aanvallend voetbal? Of moeten ze, zoals onder Rudi Garcia lijkt te gebeuren, realistisch worden — pragmatisch, hardwerkend, zonder de pretentie van schoonheid?

Het antwoord ligt waarschijnlijk ergens in het midden. België is nog altijd een land met uitzonderlijk talent per capita, maar de uitdaging is om dat talent te bundelen in een coherent geheel. De tijd van blind vertrouwen in de namen is voorbij; het gaat weer om systeem, discipline en een beetje nederigheid.


Kansen op het WK

Wat zijn de reële vooruitzichten richting 2026? Op papier blijft België een land dat zich probleemloos moet kwalificeren. In een gunstige groep, met ervaren spelers en een coach die inzet op structuur, lijkt deelname haast verzekerd.

Maar de vraag is: wat dan?

Een kwartfinale lijkt het plafond, tenzij de jonge garde sneller rijpt dan verwacht. België beschikt niet langer over de vanzelfsprekende klasse om de toplanden te overrompelen, maar kan wel profiteren van ervaring en teamspirit.

In de meest optimistische scenario’s herleeft het toernooi van 2018, waarin een hecht elftal boven zichzelf uitstijgt. Realistisch gezien zal België mikken op stabiliteit en groei — een toernooi zonder drama, maar met perspectief.


De tijd dringt

De Rode Duivels hebben nog een jaar om de puzzel te leggen. De kwalificatiecampagne biedt ruimte om te experimenteren, maar het toernooi zelf zal meedogenloos zijn. Tegen die tijd moeten de linies vaststaan, de hiërarchie duidelijk zijn en het geloof terug.

Voor de Belgische supporters is het hopen op een wedergeboorte — niet van de gouden generatie, maar van een ploeg die opnieuw trots en plezier uitstraalt.

De paradox van België blijft: te klein om te berusten, te goed om te verdwijnen. Misschien is dat precies wat deze generatie nodig heeft — een beetje bescheidenheid, en een nieuwe reden om te verrassen.

Scroll naar boven